MARGOOSCHRIJFT

Vissenkom, Japan, Wasbeer

         Dat ik soortgenoten zou tegenkomen na mijn reis van Noord-Amerika naar Japan, had ik niet verwacht. Het kwam dan ook als een verademing toen ik uit de reiskist kon ontsnappen tijdens het overladen van het busje en ik ze vanaf een plekje hoog in een boom samen zag lopen. Waarschijnlijk waren ze op jacht. Ik klom snel naar beneden om ze op een afstandje te volgen. Misschien dat ze naar een beekje onderweg waren, dan valt het niet op als ik ook een visje vang. 

         Terwijl ik zo geruisloos mogelijk achter ze aansprintte, verdwenen de geluiden van de autoweg al snel en maakten plaats voor diepdonkere geluiden van de nacht. Door onbekende schaduwen omringd, hield ik het koppeltje bij. In de verte zag ik een beekje. Tot nu toe was de reis goed verlopen, want met dat beekje kon ik nog wel een tijdje overleven. Mijn familie had me best mogen vertellen dat ik zo snel soortgenoten zou tegenkomen, dan was ik veel minder gespannen geweest voor de reis.

         Het heeft drie dagen geduurd voordat ik contact durfde te maken. Ze leken dan wel op me, maar toch voelde het vreemd. Zo had ik ze nog nooit in bomen zien klimmen en sliepen ze altijd op de grond. Gelukkig was het me wel gelukt om ze langs het beekje te blijven volgen, zo voelde ik me minder eenzaam. Het contact maken ging niet geheel volgens plan. Zoals gewoonlijk lag ik overdag heerlijk te zonnebaden op een boomtak. Ik had een mooie boom uitgekozen die ik niet kende van thuis – waarschijnlijk is het plan daarom ook anders gelopen. Terwijl ik rustig tussen de mooie roze blaadjes het koppel in de gaten hield, zag ik vanuit mijn ooghoek een van de takken onder me bewegen. Ineens sprong er een enorme kat boven op mijn tak, begon te blazen en liet me zo hard schrikken dat ik zo uit de boom tuimelde. Het had niet veel gescheeld of ik was in het water gevallen. Op de grond voelde ik het koppel op me af komen, duidelijk gestoord tijdens hun rust.

         ‘Wat ben jij? – Zie je dat, hij lijkt op ons!’ Het vrouwtje kwam dichterbij en begon me te besnuffelen. 

         ‘Ben je alleen?’ Het mannetje kwam dreigend op me af lopen.

         ‘Je laat hem schrikken, Marty. Rustig maar jongen, je hebt ver gereisd of niet?’

         ‘Hij zit al vanaf het begin van de stroming achter ons aan, dus hij heeft inderdaad even gereisd. Vertel op! Wie ben je, ben je alleen en waarom ben je ons gevolgd?’. Het mannetje, dat blijkbaar Marty heette, torende boven me uit.

         ‘Mijn naam is Carl, meneer. Ik ben alleen gereisd vanuit Noord-Amerika. Ik ben jullie gevolgd, omdat ik geen contact durfde te maken. Mijn familie had niet verteld dat ik soortgenoten had in Japan.’

         ‘Soortgenoten? Je denkt toch niet dat wij hetzelfde zijn?’ Marty maakte een grommend geluid en bleef me strak aankijken.

         ‘Bewijs maar dat je een van ons bent.’

         ‘Bewijzen? Hoe?’

         ‘Als je bij onze familiekring wil horen, moet je eerst een opdracht voltooien. Als dat niet lukt, dan moet je verdwijnen uit onze geliefde Sakura bomen. We zullen het weten als je in de buurt bent.’ Een opdracht doen moet mogelijk zijn, toch? Als ik dan de optie heb om bij deze familie aan te sluiten, dan ben ik al veel verder dan verwacht! Ik ging voorzichtig overeind zitten, keek Marty aan en zei dat ik graag wilde weten wat de opdracht is, omdat ik graag bij de familie wilde horen. Marty knikte naar het vrouwtje. Ze liep naar me toe en ging voor me zitten om de opdracht uit te leggen.

         ‘Carl, weet je zeker dat je deze opdracht wilt doen?’

         ‘Ja, mevrouw.’

         ‘Goed. Aan de andere kant van de beek zie je in verte een houten huis met een puntdak. Het is het enige huis, dus je kunt je niet vergissen.’ Ze keek in de verte en ik volgde haar blik.

         ‘Naast de voordeur zie je een raam, via de stoel die ervoor staat kan je op die manier makkelijk naar binnen. Het raam is altijd open en de eigenaar is op reis. Als je naar binnen gaat zie je meteen rechts, tussen het raam en de voordeur, een grote vissenkom. In de vissenkom zit een speciale vis, de  Nishikigoi. Dat is je opdracht.’

         ‘Dat is mijn opdracht? Ik moet een vis meenemen?’ Het koppel wisselt een blik uit.

         ‘Een vis meenemen..’ Marty kijkt me aan en zegt, ‘niet zomaar een vis, een Nishikigoi. Maar als je niet durft, dan doen we het zelf wel.’ Het koppel draait zich om en maakt aanstalten om vertrekken. Ik moet snel zijn.

         ‘Ik ben niet bang.’ Marty draait zich om en kijkt me nieuwsgierig aan. Ik knik naar het koppel, ‘zie ik jullie zo op deze plek?’ Marty knikt en ik draai me om en spring het beekje in en vertrek richting het huis.

         Het is al donker als ik terugloop richting de beek met de vis in mijn bek. Nu de opdracht voltooid is, hoop ik snel Marty te vinden om te kunnen bewijzen dat ik een soortgenoot ben. Ik hoor geritsel vanuit de bosjes. Het koppel heeft mij al gevonden.

         ‘Carl, het is je gelukt!’ Het vrouwtje kijkt tevreden.

         ‘Je hebt je bewezen, Carl.’ Marty kijkt tevreden naar de Nishikigoi als ik die voor hem neerleg.

         ‘Goed gedaan jongen. Je hebt je bewezen als soortgenoot en lid van onze familie. Vanaf nu mag je jezelf een echte wasbeerhond noemen!’ Een wasbeerhond? Ik kijk het koppel vreemd aan. 

         Een week later heeft Carl zich goed kunnen aanpassen aan het leven van zijn nieuwe Japanse familie. Dat Carl eigenlijk een wasbeer is en geen wasbeerhond (wat verklaart waarom ze niet in bomen klimmen), besluit hij voor zich te houden. 

2019

Verhaal op maat

Ben je op zoek naar een uniek cadeau voor je vader, moeder, broer, zus, vriend of vriendin? Vertel het met een verhaal! Wat zouden jullie altijd al eens willen meemaken? Wat is de gekste situatie waarin jullie je hebben begeven? Lever drie woorden aan en de personen voor de hoofdpersonages en ontvang een gepersonaliseerd verhaal.

Wie ga jij blij maken met een hoofdrol?

Vanaf € 19,95 incl. btw

.